Accepteer je missers

Je kent het vast wel. Je brengt uren op de range en in het oefengebied door. Alles gaat goed en de bal doet precies wat jij wilt. Maar eenmaal op de baan zijn je zelfvertrouwen en speeltechniek in rook opgegaan. Dan is het hoog tijd om meer tijd aan strategie en mentale training te besteden. Zo spaar je belangrijke slagen uit bij elke ronde.

Wanneer het op de baan niet wil lukken met de slagen waar je zo lang op hebt getraind, slaat de twijfel toe. Je swing weerspiegelt vaak de gedachten en mentale toestand die je hebt wanneer je over de bal gebogen staat. Probeer je slag een duidelijke bedoeling mee te geven, niet te aarzelen en je gedachten niet de overhand te laten krijgen.

Om ergens goed in te zijn moet je oefenen. Als het met je slag op de range wel maar op de baan niet goed gaat, moet je die in meer wedstrijdachtige omstandigheden trainen 

Houd vaste routines aan op de range

Op de range en in het oefengebied kun je jezelf trainen om goede routines te volgen waarmee je je kansen vergroot om ook op de baan goede ballen te slaan. Houd een doel voor ogen, vorm je een beeld van hindernissen, varieer je clubs en de afstanden, en wacht een minuutje tussen de slagen, net als op de baan. Hoe meer wedstrijdscenario’s je traint, hoe meer voorbereid en zelfverzekerd je bent wanneer je op de baan komt. Train dus alsof je echt speelt.

Temper je verwachtingen

Je verwachtingen beïnvloeden je fysieke en mentale toestand en dus ook je resultaten en je reactie op die resultaten. In het voorjaar bijvoorbeeld spelen we onze eerste rondes vaak nog ontspannen en dus ook goed. Later stijgen de verwachtingen en gaan we juist slechter spelen.

Veel amateurgolfers denken dat je veel goede ballen moet slaan voor een geslaagde ronde.

Profs slaan per ronde zo’n vijf slagen waar ze echt tevreden over zijn. De rest zijn ‘goede missers’. Heel wat amateurs zouden er dus goed aan doen hun verwachtingen wat te temperen.

Je eigen beperkingen leren kennen is een goed devies voor alle golfers. Voor sommigen van ons betekent dit dat we zodanig met onze missers moeten leren omgaan dat we die bij de volgende slag uit pure frustratie niet herhalen. Je moet dus je vergissingen en slechte slagen achter je kunnen laten en doorgaan.

Ken je eigen typische missers

Als je weet waar je het vaakst in de fout gaat, kun je een strategie uitdenken waarmee je je kansen vergroot om beter te scoren.

Golfprofs hebben het vaak over ‘goede missers’ en daar kunnen wij iets van leren. Een duidelijke strategie op de baan is onmiskenbaar iets waar ook amateurs baat bij hebben. Zo kun je je aanpak voor een slag naar de green bepalen op basis van de vraag waar de approach het makkelijkst is als die niet naar wens verloopt. Is er bijvoorbeeld een bunker rechts van de green die je onzeker maakt, dan kun je links van de green slaan. Of zit je tussen twee clubs in, en er is een waterhindernis voor de green, kies dan de langste van de twee clubs. Nog een belangrijk aspect van je speltactiek is dat je eerlijk tegen jezelf bent en speelt met de slagen waarover je momenteel beschikt. Ga dus niet uit van de beste slag die je ooit hebt geslagen.

Grotere aanwezigheid

Golf is een mentaal complexe sport waarbij zowel je gedachten als je toestand je prestaties beïnvloeden. Als je erin slaagt je gedachten te beheersen en jezelf te coachen op de baan, vergroot je je kansen op meer goede slagen.

De grootste uitdaging is jezelf te concentreren op het hier en nu, wat er ook om je heen gebeurt. Het is iets wat de meesten moeten oefenen. Ook in andere situaties in het leven kun je daar baat bij hebben. Zie het als een persoonlijke ontwikkeling, maar dan aangepast aan de golfbaan. Als deze training resultaat oplevert, kun je er ook buiten de baan handig gebruik van maken. 

 

Mentale strategieën aandachtspunkten:

Wat is belangrijk voor je?

Stel jezelf de vraag waarom je golf speelt en plaats je spel in een kader dat daaraan beantwoordt.

Wat kun je zelf doen?

Bedenk wat je daadwerkelijk kunt veranderen. Creëer je de juiste omstandigheden om te golfen zoals jij het wilt? Wat moet je anders, beter of eenvoudiger doen om daarin te slagen? En wie kan je daarbij helpen?

Wat oefen je?

Oefening baart kunst, zo luidt het spreekwoord. Dus wat oefen je zoal en boek je met deze oefeningen inderdaad vooruitgang? Indien niet, wat moet je dan anders aanpakken?

Gebruik je je energie doelgericht?

Besteed je energie aan dingen die je kunt beïnvloeden, niet aan dingen die buiten je bereik liggen. Voorbeelden van dingen die je kunt beïnvloeden: met wie je speelt, hoe vaak je speelt, je voorbereidingen, je focus, je training, je instelling, je aanpak, je materiaal en je reacties op wat anderen om je heen doen.